Hoe blijft uw pensioen zo stabiel mogelijk?

Uw pensioen gaat in de nieuwe regeling meebewegen met de resultaten van de beleggingen. Dat betekent dat uw pensioen kan stijgen als het goed gaat, maar ook kan dalen als het tegenzit. We doen er alles aan om die schommelingen zoveel mogelijk te beperken. Dat doen we op twee manieren:

1. Spreiding over drie jaar

We spreiden het beleggingsresultaat over drie jaar. Dit doen we standaard, ongeacht of het resultaat positief of negatief is. Door het spreiden van het resultaat wordt de invloed van een goed of slecht jaar geleidelijk verwerkt, waardoor uw pensioen stabieler blijft.

Bijvoorbeeld: als het beleggingsresultaat in jaar 1 negatief is, maar in jaar 2 en 3 weer positief, dan kan dat positieve resultaat het negatieve effect deels of zelfs helemaal compenseren.

2. De risicodelingsreserve (RDR)

Als de spreiding niet voldoende is om een verlaging van uw pensioen te voorkomen, zetten we de risicodelingsreserve in. Dit is een buffer die speciaal bedoeld is om dalingen van ingegane pensioenen op te vangen.

De risicodelingsreserve helpt om verlagingen van het pensioen te voorkomen of te beperken, afhankelijk van de economische omstandigheden. Zo helpt dit om uw pensioen stabieler te houden, ook als de beleggingsresultaten tegenvallen.

Op basis van berekeningen over de afgelopen tien jaar verwachten we dat pensioenen in de meeste jaren zullen stijgen. Maar af en toe zal een verlaging ook nodig zijn. Dat hoort bij een pensioen dat meebeweegt.

In de onderstaande grafiek ziet u wat het effect is als we wel of geen RDR en spreiding zouden toepassen: